Coureurs en hun teams staan samen aan de start
Het is maar weinig coureurs gegeven om een plekje te bemachtigen in de Formule 1. Met zo’n 20 plekken per seizoen is er alleen plaats voor de beste coureurs ter wereld. In het verleden stonden mannen als Niki Lauda, Alain Prost, Ayrton Senna en Michael Schumacher op de startgrid. Tegenwoordig kunnen we kijken naar topcoureurs als Lewis Hamilton, Max Verstappen en Charles Leclerc. Vooral Hamilton is met zijn vele wereldtitels natuurlijk dé man om te verslaan.
Coureurs als Hamilton, Leclerc en Verstappen staan er tijdens de Grand Prix niet alleen voor. Er staat een compleet teams achter ze, bestaande uit een teambaas, engineers, monteurs, strategen en nog veel meer. In de Formule 1 is het team erg belangrijk, al is het de coureur die het uiteindelijk moet doen. De race-engineer kan wel willen dat de rijder de volgende chicanes aangrijpt om eindelijk dat ene plekje op te schuiven, maar het moet ook lukken. Als de voorligger slim blijft blokkeren, dan moet iemand van goeden huize komen om zijn wagen er tóch voorbij te steken. Kortom, teams kunnen niet zonder coureurs en coureurs kunnen niets zonder hun team.
De wereld waar snelheid, techniek en strategie samenkomen
Teams als Mercedes, Ferrari, Red Bull, Williams en Haas zijn continu bezig om hun coureurs de best mogelijke auto’s te bieden en een zo goed mogelijke strategie uit te denken. Dat gebeurt zowel voor als tijdens de race. Voor de Grand Prix van start gaat, wordt er nagedacht over de bandenstrategie en de pitstops. Wat is het beste moment om naar binnen te gaan, hoeveel pitstops zijn er nodig en welke banden komen er voor het laatste deel van de race onder de auto? Racestrategieën worden altijd zorgvuldig uitgedokterd. Maar ja… zelfs de beste strategie heeft tijdens de race vaak een aanpassing nodig. Als Leclerc maar niet voorbij die langzamere voorganger komt, is het verstandig om het vervroegd binnen te halen voor een pitstop. Dit kan er zomaar voor zorgen dat hij dat plekje zonder al te grote problemen terugwint. Ook als het plotseling begint te regenen, is het zaak om de strategie snel te wijzigen. De baan wordt glad waardoor de gewone slicks (oftewel de droogweerbanden) onvoldoende grip geven. Toch is timing essentieel voor het wisselen van banden. Intermediates en regenbanden hebben namelijk echt een natte baan nodig om goed te presteren.
Waar de strategen zich buigen over pitstops, bandenwissels en andere strategische zaken, houden de techneuten zich bezig met de auto zelf. De Formule 1-wagen van de coureur moet perfect zijn afgesteld zodat alles in balans is. Een verkeerde afstelling van de voorvleugel kan al problemen opleveren met de downforce waardoor die bochten opeens moeizaam gaan. Zelfs als de auto perfect is afgesteld en de coureur op topsnelheden van 300 km/uur over de baan racen, is dat geen garantie voor succes. Een motor die het begeeft betekent meteen einde oefening. En wat te denken van een onbesuisde inhaalactie van een tegenstander. Voor je het weet, staat de coureur in de grindbak en kan hij die punten voor het klassement wel vergeten.
